Vier keer per week zijn ze te vinden om in de VoCASA-hal de mannen van H1 te trainen. Soms komt daar nog een extra training bij en in het weekend is er de wedstrijd. Josha Kailola en Jacek Ziemba hebben een passie voor volleybal. Voordat ze even vrij hebben en van de feestdagen gaan genieten, is het tijd voor enkele vragen aan de hoofdcoach (Josha) en assistent en krachtrainer (Jacek) van VoCASA Heren 1.

Josha Kailola en  Jacek Ziemba, trainers/coaches VoCASA H1

Op wedstrijddagen (zaterdag in de Superdivisie) reizen ze kris-kras door Nederland. Josha, die meestal achter het stuur zit, heeft geen navigatie nodig. Hij kent elke sporthal in Nederland en rijdt er bij wijze van spreken blind naartoe. Jacek kijkt tijdens zo’n rit meestal filmpjes (volleybal uiteraard) en geeft en passant wat bijzonderheden over spelers, standen en uitslagen door.

Voor en tijdens een wedstrijd is er een duidelijke taakverdeling. Josha doet de voorbereiding: hij analyseert de tegenstander en deelt zijn bevindingen met de spelers. Jacek neemt de warming-up voor zijn rekening. Josha staat tijdens de wedstrijd naast het veld voor instructies en doet in principe de time-outs; Jacek zit op de bank en ‘scout’, d.w.z. noteert de prestaties van de spelers.
Tussendoor is er voortdurend contact. Als het spannend wordt (of slecht gaat) vervagen de grenzen meestal: dan voert Jacek opeens het woord tijdens een time-out en spreekt Josha een spreker individueel toe. Net hoe het uitkomt. Tijdens de wedstrijd is er focus en gaat er het serieus aan toe. Maar daaromheen is er ontspanning en lol. Er wordt veel gelachen, ook met de spelers.

Kennen jullie elkaar al lang en waar zijn jullie elkaar voor het eerst tegengekomen?
Josha: ,,We kennen elkaar al meer dan 25 jaar uit ‘het circuit’. We kwamen elkaar voor het eerst tegen bij de volleybalschool in Oss waar we training gaven aan jeugdspelers. Vanaf 2015 zijn we samen gaan werken als begeleiders van Dames 1 Flamingo’s in de Topdivisie. Daarmee zijn we gepromoveerd naar de Eredivisie. Sinds het seizoen 2023-2024 zijn we verbonden aan VoCASA H1. Ik ben nu hoofdcoach en Jacek, assistent en krachttrainer. Vorig jaar in de Eredivisie, dit jaar in de Superdivisie.

Krachttraining?
Jacek, jij bent docent Lichamelijke opvoeding op NSG-Groenewoud en verzorgt de krachttraining van de mannen. Dat gebeurt 2 keer per week en iedereen heeft een individueel schema. Waarom is krachttraining zo belangrijk?
Jacek: ,,Er bestaat tegenwoordig geen volleybal zonder krachtraining. Efficiënte krachttraining voorkomt blessures en draagt bij aan de verbetering van de mobiliteit en bewegingspatronen van spelers. Hierdoor kan de techniek beter worden uitgevoerd met als gevolg betere resultaten. In het volleybal is de combinatie kracht en snelheid erg belangrijk. Denk aan de service; een goede service kan met 132 km per uur over het net gaan. Diegene die de bal opvangt, heeft heel weinig reactietijd. Krachttraining helpt hierbij. Daarnaast is krachtraining belangrijk om het niveau in de wedstrijd vast te houden. Een aanvaller moet aan het begin van de wedstrijd, die vaak wel 2,5 uur duurt, nog net zo hoog kunnen springen als aan het einde. In de wedstrijden die we hebben gewonnen, hielden de spelers hun niveau vast en waren daarom in staat de vijfde set te pakken.
Tot slot is krachttraining belangrijk om je mentale kracht te behouden. Als je fysiek nergens meer toe in staat bent, kak je mentaal ook in.’’

Winst en verlies
Heren 1 heeft enkele wedstrijden gewonnen, maar ook veel wedstrijden verloren. Hoe kijken jullie aan tegen winst en verlies?
Jacek: Natuurlijk ga je een wedstrijd in om te winnen. Echter, soms een wedstrijd verliezen, is bijna noodzakelijk. De wedstrijden die je verliest, zijn je meetpunt. Ze dwingen die je naar jezelf te kijken. Naar wat niet goed gaat en naar wat je kunt verbeteren. Er komt voor ieder team ook altijd een punt waarop een wedstrijd verloren wordt.
Josha: Toen ik bij Dynamo Heren 1 speelde, zat ik een team waarin alle spelers heel goed waren in naar zichzelf kijken. We prikkelden elkaar en konden ons voorafgaande aan de wedstrijd voornemen: dit laten we echt niet gebeuren of een bepaalde tactiek afspreken en die consequent doorvoeren zodat een tegenstander er helemaal gek van werd. Dat is wat je uiteindelijk wilt, dat spelers naar zichzelf kijken.’’

Hoe was het voor jullie dit jaar te starten met een bijna geheel nieuw en jong team?
Jacek: ,,Dat zien we als een leuke uitdaging. In het seizoen 2023-2024 (het team voor het huidige team) zijn wij ingestapt in een al bestaande cultuur waaraan wij ons gedeeltelijk ook aan moesten passen. Toch is het ons met dat team gelukt spelers uit hun comfortzone te halen en een andere manier van trainen te accepteren. Wij wilden ze flexibeler maken en uit hun bestaande patronen halen. Bijvoorbeeld bij de opslag. Daarin kun je variëren in de zone van waaruit je slaat, maar ook in een float- of een sprongservice. Volleybal is een fysiek spel, maar vraagt ook veel flexibiliteit. De tegenstander kun je verrassen door te wisselen in tempo, kracht en richting. Daar besteden wij ook nu veel aandacht aan. Het voordeel van werken met voornamelijk nieuwe spelers is dat we nu onze eigen cultuur kunnen vormgeven: wat zijn onze normen en waarden, hoever gaan we, etc.?

Waar leren spelers meer in de wedstrijd of op de training?
Josha: ,,De training is de plek om je te ontwikkelen. Hier probeer je allerlei zaken die je ook in de wedstrijd tegenkomt. Wij hopen dat onze spelers zo veel mogelijk uit de training halen, want dat betekent dat je met volleybal bezig bent. Leermomenten in wedstrijden zijn marginaler. Je kunt maar beperkt sturen en coachen tijdens een wedstrijd. In een time-out heb je weinig tijd om zaken bij te sturen en vanaf de kant horen spelers je vaak niet eens. In een wedstrijd heb je onvoldoende mogelijkheden ‘grote dingen’ te veranderen. Daarom is het reflectief vermogen van spelers zo belangrijk: kijk naar jezelf, weet waar je mee bezig bent. Vaak gaat dit niet over techniek want die zit erin geslepen. Techniek is een middel om iets te bereiken en in een wedstrijd niet allesbepalend. Vaak gaat het erom jezelf te coachen op mentaal en tactisch gebied.
Jacek: ,,Spelers leren ook van elkaar en trekken zich aan elkaar op. Dat is het leuke van teamsport. Als je in je eentje sport, geef je sneller op. Niemand wil de zwakste zijn. Daarom hebben ze een positieve invloed op elkaar en maken elkaar sterker. Je kunt elkaar ook beter maken door elkaar af en toe een schop onder de kont te geven: ‘Niet zeuren, pakken die bal’.”

Hoe zit het met de specifieke ontwikkeling van dit team? Waar moet aan gewerkt worden?
Jacek: ,,Er zit een goede ontwikkeling in zowel fysiek en mentaal. Na 5 maanden kunnen wij goed zien wie meer is gaan trainen en wie niet. Fysiek hebben de spelers zich echter sneller ontwikkeld dan mentaal. Neem de laatste wedstrijd tegen Utrecht: we hebben hier niet alleen van Utrecht verloren maar vooral van onszelf. We speelden veel te bang.’’
Josha: ,,Het team is nog niet stabiel genoeg om terug te vallen op haar minimale basisniveau en zakt dan door een ondergrens. Dat mag niet gebeuren. Dit kost tijd maar is ook trainbaar. Het betekent dat je iedere keer met dezelfde intensiteit en druk als in een wedstrijd moet trainen en dat je jezelf als speler uitdaagt en leert nog beter naar jezelf te kijken.’’

Wat is jullie nieuwjaarwens voor 2025?
Josha: ,,Dat we na de winterstop starten op het niveau van de een-na-laatste en twee-na-laatste wedstrijd, waarin we goed speelden. En dat we stabieler worden en meer vastigheid krijgen in ons spel.”